
Legaliteit, EUTR en FLEGT
Als brancheorganisatie van de houthandel vindt Koninklijke VVNH dat illegale houtkap met kracht moet worden bestreden. Binnen de eigen gelederen dienen de 220 aangesloten groothandelsbedrijven en hun filialen daaraan actief bij te dragen door zich te onthouden van de import van illegaal geproduceerd hout. Ook maakt VVNH zich hard voor een internationale (mondiale) aanpak van de handel in illegaal geproduceerd hout. Dit blijkt onder andere uit betrokkenheid bij de totstandkoming van de op 3 maart 2013 in werking getreden European Timber Regulation (EUTR: EU Houtverordening nr. 995/2010).
Inleiding
Leden van de VVNH verplichten zich in een strikte gedragscode uitsluitend legaal hout op de markt te brengen. Zij verhandelen daarnaast bij voorkeur hout uit aantoonbaar duurzaam beheerde bossen. Circa 90% van het in Nederland gebruikte hout wordt geïmporteerd, het merendeel komt uit Europa. VVNH en de aangesloten leden streven ernaar dat van dat door hen geïmporteerde hardhout, naaldhout en plaatmateriaal voor 90% aantoonbaar duurzaam is geproduceerd (FSC, PEFC). In 2019 kwam 91,8% van de VVNH-import uit duurzaam beheerd bos. VVNH heeft daarnaast de doelstelling samen met vooraanstaande nationale en internationale koepelorganisaties duurzaam bosbeheer te stimuleren door de handel in illegaal hout wereldwijd aan banden te leggen. Import en gebruik van duurzaam geproduceerd hout moet in Nederland de norm zijn.
EUTR
Hout dat niet volgens geldende nationale en internationale wet- en regelgeving op de markt wordt gebracht, doet afbreuk aan verantwoord bosbeheer. Het vormt bovendien een bedreiging voor bossen als natuurlijke hulpbron. Het prijsdumpen van illegaal gekapt hout verstoort de vrije markt en belemmert een eerlijke prijsvorming. Indirect bedreigt het een deel van de werkgelegenheid in de herkomstlanden; substantiële inkomstenderving staat een duurzame regionale ontwikkeling in de weg. De schattingen over het aandeel illegaal hout in de handelsstroom lopen sterk uiteen en zijn afhankelijk van land en geraadpleegde bron. Duidelijk is echter dat dit probleem vraagt om een daadkrachtige en mondiale aanpak.
Belangrijke mijlpaal dit probleem te tackelen, is de inwerkingtreding van de Europese Houtverordening EUTR per 3 maart 2013. Daarnaast lopen er bilaterale programma's zoals FLEGT (Forest Law Enforcement Governance and Trade) om producentenlanden te stimuleren een systeem voor het aantoonbaar legaal op de markt brengen van hout en houtproducten te ontwikkelen. Het Indonesische SVLK (Sistem Verificasi Legalitas Kayu) is met steun van onder andere Nederland hier als eerste systeem erkend en operationeel. Daarnaast werken nog negen andere producentenlanden aan een vergelijkbaar systeem onder FLEGT.
Onderdeel van de Europese Houtverordening EUTR is dat bedrijven/importeurs (operators of marktdeelnemers) die hout uit Europees bos of van buiten de EU als eerste op de Europese markt brengen, moeten aantonen dat hun hout en houtproducten aantoonbaar van legale herkomst is. Deze zogenoemde 'Due Diligence' (DD) betekent dat voor elke specifieke partij bewijsmateriaal moet worden ingezameld en geadministreerd. Dit geschiedt op basis van een draaiboek met een intern vastgelegde onderzoeksprocedure dat bij controles moet kunnen worden getoond. Bij partijen uit eenzelfde gebied/concessie, de zogenoemde 'herhaalrecepten', kan met een jaarlijkse DD worden volstaan. VVNH concentreert zich in dit kader voornamelijk op de Nederlandse markt en de voor Nederland belangrijke (sub) tropische producentenlanden. Inmiddels is er in de loop der tijd over diverse landen veel informatie vrij beschikbaar om DD uit te voeren. Het Timber Trade Portal heeft landenbeschrijvingen en andere informatie beschikbaar die als uitgangspunt kunnen dienen voor een DD-risicoanalyse.
De risicoanalyse dient te worden toegepast door elke importeur van zowel ruw als bewerkt hout en/of van verwerkte houtproducten. De complexiteit van de toeleveringsketen voor verwerkte producten mag in feite niet rechtvaardigen dat deze beginselen niet op dezelfde manier worden toegepast. Het kwalitatieve niveau van due diligence-systemen is een essentieel element waarmee rekening moet worden gehouden bij het voldoen aan de EUTR.
Hout uit productielanden met bijvoorbeeld een hoge corruptie-index of geïndustrialiseerde die bekend staan om hun illegale houtstromen moeten als een hoog risico worden beschouwd. In die gevallen moet een DD worden opgesteld die verder gaat dan het vertrouwen in documenten.
De beste nakoming van de regelgeving wordt gerealiseerd als het geïmporteerde hout is gecertificeerd met een certificaat van duurzame herkomst (FSC, PEFC). Ook certificaten van legaliteit voldoen, zoals OLB (Origine et Legalité des Bois), TLV (Timber Legality Verified) of Legal-Source-systemen.
Mochten genoemde certificaten niet beschikbaar zijn, dan dient de houtstroom op zijn minst te zijn geverifieerd door een onafhankelijke organisatie. Dit vergt lokale verificatie tot op houtkapniveau van de legaliteit van de leveranciersactiviteiten en de producten die dat oplevert. De ervaring leert dat bedrijven met de slechtste praktijken in het veld, vaak over schijnbaar indrukwekkende verificatiedocumentatie (kunnen) beschikken (oprichtingsverklaring, belastingpositie, exploitatievergunning, douanedossier). Eventuele compliance problemen met geldende wet- en regelgeving laten zich in het bos echter minder makkelijk maskeren ( zoals afwijkingen van beheersdocumenten, niet-naleving van minimale kapdiameters en quota, traceerbaarheid, grote sociale- en milieuproblemen).
Verdere informatie
Via links van de EU is meer achtergrondinformatie beschikbaar over doelstellingen, eisen, voorwaarden en wijze van uitvoering van de EUTR. Ook op de website van de Nederlandse Voedsel en Waren Authoriteit (NVWA) staat informatie over de legale handel in hout en bijkomende douaneverplichtingen.
De EUTR-regelgeving is op onderdelen complexe materie. VVNH ondersteunt haar leden waar nodig bij de vraagbeantwoording rond het uitvoeren van het DD-onderzoek. Indien nodig of wenselijk wordt daarbij samengewerkt met partijen als de NVWA. Deze is als 'competent authority' in Nederland verantwoordelijk voor handhaving van de EUTR. Ook bemiddelt NVWA bij vragen over douaneonderwerpen voortvloeiend uit FLEGT.